Een week na het bezoek aan de Grebbeberg vertrok één helft van de BFW organisatie naar Azië. Jan Maenen bezocht daar een ander Nederlands Ereveld, het Ereveld in Kanchanaburi. Een plek waar 1.800 Nederlanders zijn begraven die tijdens WO II hun leven hebben verloren bij de aanleg van de zogenaamde dodenspoorweg. Een door Japanse ingenieurs ontworpen en door krijgsgevangenen en dwangarbeiders gebouwde spoorlijn die van Thailand naar Birma moest lopen.
Het was 7 december 1941. De Europeanen verloren binnen 6 maanden de controle over Zuidoost-Azië en binnen 1 week werd de, als onneembare omschreven, vesting van Singapore opgegeven. Een klein ontwerpfoutje van de vesting was de watervoorziening. Deze lag namelijk aan de overkant op Maleis grondgebied en was dus in handen van de Japanners gevallen. Churchill noemde het verlies van Singapore de grootste ramp uit zijn leven. Als gevolg van dit verlies kregen de Japanners te maken met een nieuw verschijnsel, krijgsgevangenen. Japan had voor de oorlog de Conventie van Genève niet getekend. Dat iemand zich zou overgeven en als krijgsgevangene verder wilde leven, paste absoluut niet in het Japanse mensbeeld.
Na de snelle verovering van Birma richtten de Japanners zich op India. Een goede bevoorrading vanuit Thailand naar Birma was daarbij onontbeerlijk waardoor er dus een spoorweg moest komen. Binnen 16 maanden werd onder de meest erbarmelijke omstandigheden een spoorlijn van 415 kilometer aangelegd. Een prestatie van formaat. Waarschijnlijk alleen mogelijk door de manier waarop de arbeiders behandeld werden.
Tijdens mijn rondleiding in Kanchanaburi vielen een paar zaken op. Allereerst het vermogen van mensen om te kunnen afzien. Binnen de krijgsmacht een vaak gebezigde term, leren afzien. Maar wat duizenden Nederlanders in de hel van de jungle mee hebben moeten maken kan alleen leiden tot een enorm ontzag.
Een tweede feit dat opviel was het aantal Nederlandse slachtoffers. Deze waren beduidend minder dan bij andere geallieerden (15% van de Nederlanders tegenover 22% van de tewerk gestelde Engelsen). Waarom dat zo was, is onduidelijk. Het zou goed zijn wanneer hier onderzoek naar gedaan zou worden.
Tenslotte viel op dat er bij de krijgsgevangenen sprake was van een hoge mate van innerlijke en uiterlijke discipline. De gebruikelijke definities voor discipline schieten hierbij te kort om dit te kunnen verklaren. Blijkbaar biedt het gedisciplineerd blijven uitvoeren van de taken zekerheid aan mensen, vooral in situaties waar veel onzekerheid heerst. Discipline is in deze situatie geen gevolg maar de oorzaak/basis voor het vertrouwen in de eigen leiding en een goede afloop.
Mocht u in de toekomst naar Bangkok reizen, bezoek dan niet alleen Pat Pong. Een bezoek aan het Ereveld in Kanchanaburi, de brug over de rivier de Kwai en het Jeath museum zijn zeker de moeite waard om te bezichtigen.